Staat “de schatkist moet op orde” ècht wel centraal bij de VVD?

In zijn artikel in de Volkskrant van 7 juli (p.9) over het nieuwe VVD programma, begint Raould du Pré al meteen met een onwaarheid. Hij begint namelijk met “Het verkiezingsprogramma van de VVD staat geheel in het teken van één boodschap: de schatkist moet op orde”. Meteen in de volgende zin laat historicus premier Rutte zien hoe weinig hij van het ontstaan van ons land begrijpt: ’Nederland is niet op de pof gebouwd’, aldus Lijsttrekker Mark Rutte vrijdag bij de presentatie.

Om eens te kijken of de eerste zin wel klopt, hoeft men slechts de 12 Hoofdpunten VVD-program te lezen. Punt 10 hiervan laat zien waar het de VVD werkelijk om gaat, de komende jaren:

  • de inkomstenbelasting wordt verlaagd

Kortom, het wordt keihard snoeien, vooral natuurlijk aan de onderkant van de markt, zodat wij kunnen genieten van een lagere inkomstenbelasting.

Blijft over de vraag aan Rutte (vrij naar Wouter Bos): noem nu eens drie dingen in Nederland, die niet op de pof gebouwd zijn? Nu vooruit, 2 dan? Misschien 1?

De grootste Sinterklaas

Nog maar net heb ik hier laten zien dat VVD en CDA de echte Sinterklazen in de Nederlandse politiek zijn, of in de Volkskrant van zaterdag 16 juni blijkt wie aanspraak maakt op de titel “de grootste Sinterklaas van Nederland”. Frans Weekers, staatssecretaris van belastingzaken, blijkt in de afgelopen periode druk bezig geweest te zijn onze belastingdienst te herscheppen naar het voorbeeld van de Griekse fiscus. Zijn partijgenoten van de Nea Democratica hebben een fiscaal regime geschapen waar het net nog uitsluitend uit gaten lijkt te bestaan. Voor ondernemers, natuurlijk, niet voor gewone loontrekkers. Hoeveel miljard onze fiscus inmiddels jaarlijks misloopt weet niemand, want een paar jaar geleden is men ook maar gestopt met onderzoek daarnaar. En dan dachten wij dat onze fiscus een voorbeeld voor de Grieken zou kunnen zijn…

De Sinterklazen van de Nederlandse politiek

Bij VVD en CDA zitten de grootste Sinterklazen van de Nederlandse politiek. Wanneer je voor de periode 1971 – 2005 kijkt welke partij deel uitmaakte van de regering, dan is het CDA daar kampioen in, met ruim 75% van de tijd. VVD is met ruim 70% goede tweede. De PvdA komt daar een heel eind achteraan, met maar iets meer dan de helft van de jaren.

Interessant is te kijken naar hoeveel het tekort als percentage van het BBP was, over de jaren dat deze drie partijen het beleid mochten bepalen in Den Haag. VVD en CDA hebben daar een duidelijke mening over: tekorten zijn altijd te wijten aan de Sinterklazen van de PvdA. Toch was het tekort in de ongeveer 19 jaar dat de PvdA deel uitmaakte van de coalitie slechts rond de 2,5%, ruim onder de Maastricht norm. In de jaren dat de VVD mee aan het roer stond was dit 3,4% en voor het CDA komt de stand zelfs op 3,6%, beide ruim boven de strenge euro-norm. En dat, terwijl de jaren dat de PvdA regeerde daar ook in zitten. Die regeerde namelijk met CDA dan wel VVD. Kijken we nu naar de jaren dat bezuinigings­kampioenen VVD en CDA het samen voor het zeggen hadden (dus de jaren dat de PvdA in de oppositie zat), dan blijkt het tekort over die jaren 4,0% te zijn. Niet lager, maar juist hoger!

Het beeld dat Rutte en Buma ons steeds proberen te verkopen van de PvdA als onverantwoordelijke geldsmijters is dus enigszins potsierlijk te noemen. Eerder kun je zeggen dat zonder de PvdA de overheidsuitgaven steeds weer uit de klauwen lopen. De echte Sinterklazen zitten vanouds bij de zich als degelijk presenterende VVD en CDA. Het gaat dan natuurlijk niet om linkse hobby’s als natuur en milieu, de kunsten of het onderwijs. Nee, Rutte liet het deze week weer eens duidelijk zien waar hij de cadeautjes weggeeft: in de belastingen. In het lente-akkoord afgesproken de forenzen vergoeding te belasten? De VVD komt er direct al op terug. Afspraak is afspraak, was het mantra van Rutte. Behalve als het de VVD-stemmer geld kost. En zo gaat het al jaren. Met enorme bedragen worden belastingen verlaagd, met verhalen erbij dat dit zou leiden tot meer economische activiteit en daardoor uiteindelijk een hogere belastingopbrengst. Al zeker 40 jaar hetzelfde onzinverhaal wordt iedere keer weer uit de kast gehaald, zonder enig bewijs. En naar naderhand blijkt: oplopende tekorten.

Tekorten die rechts natuurlijk ook heel goed uitkomen. Want die vormen steeds weer het argument om nu eindelijk eens fors te gaan bezuinigen. Vooral op linkse hobby’s, inderdaad.

Consumentenvertrouwen – de basis van de economie

Het consumentenvertrouwen is de basis onder de economie. Zo gauw dat afneemt komt de economie in zwaar weer. En dat is de laatste tijd stevig het geval. volgens het CBS  is het vertrouwen van de consument nog nooit zo laag geweest als nu.

Nu is de belangrijkste reden dat rechts (lees: de overheersende economische theorie) wil bezuinigen juist dit consumentenvertrouwen. Het idee is, dat een hoog tekort bij de overheid ertoe leidt dat de burger denkt: “verhip, dat gaat niet goed, dan gaan op den duur de belastingen omhoog”. Die burger wordt dan geacht geld te gaan sparen voor deze toekomstige hogere belastingen en daardoor zakt dan het vertrouwen en de besteding van de consument en krijgen we crisis.

Het vreemde is nu, dat rechts dit alles niet verwacht wanneer je van “de burger” zijn ontslagbescherming afpakt (want daardoor zal hij toch juist sneller een baan krijgen) of andere straffe bezuinigingen treft.

Zo hadden we altijd nog één groep in de samenleving die gewoon doorging met geld uitgeven: de gepensioneerden. Die kochten gewoon net als voorheen iedere drie jaar een nieuwe auto, renoveerden keuken en badkamer, terwijl de werkenden zuinigjes afwachtten of hun baan nog wel behouden zou blijven. Maar ook daar is nu iets op gevonden: de pensioenen gaan we ook korten, want de dekking van de fondsen is te laag.

Dat die dekking vooral te laag is door het belachelijk lage rentepercentage dat de Nederlandse staat nu betaalt, dat is voor onze politici en journalisten kennelijk niet te bevatten. Maar als economisch herstel begint met herstel van vertrouwen bij consumenten, dan zou het iets laten oplopen van de rente die De Jager moet betalen voor de volgende staatslening misschien helemaal niet zo’n gek begin zijn. Hoeven de pensioenen niet omlaag en kunnen de ouderen weer beginnen met geld uitgeven.

Bleker de ideale lijsttrekker

Jawel, op de valreep is het Groningse trekpaard toch in actie gekomen. Heerlijke elder Henk, die zichzelf met zijn pas 59 jaar wat ons betreft volkomen terecht nog steeds ziet als representant van de jonge generatie in zijn partij, wordt de nieuwe lijsttrekker, als het aan hem ligt. Vond altijd al dat die PVV niet deugde, maar moest eerlijk en helder als hij is eerst een martelende anderhalf jaar door met die onbetrouwbare partij voordat het echt voor iedereen duidelijk werd. Maar dat vuiltje is nu uit de lucht, hoeven we het niet meer over te hebben, de blik eerlijk en helder naar voren gericht. Op naar de verkiezingen, als ideale lijsttrekker… van de Boerenpartij!

Is een beter akkoord daarom ook een goed akkoord?

Grote opluchting in Den Haag deze week: op het nippertje is een begrotingsakkoord bereikt dat de benodigde 3% binnen bereik bracht. Sap van Groen Links heeft geweldig gebruik gemaakt van de idee fixe van rechts hierover en heeft ervoor gezorgd dat de ergste uitwassen van anderhalf jaar rechtse hobby’s ongedaan gemaakt zijn. Driewerf hulde hiervoor!

Hiertegenover heeft Samsom van de PvdA, zo is nu de beeldvorming, zijn partijbelang voor laten gaan voor het landsbelang en zijn steun aan dit fantastische akkoord onthouden.

Wij kijken daar een beetje anders tegenaan.

Samsom en de PvdA hebben niet zozeer hun partijbelang voor laten gaan, zij hebben een andere inschatting gemaakt van het akkoord. In hun ogen was dit akkoord niet in het belang van het land en zeker niet in het belang van de groepen in het land waar zij voor opkomen.

Het vreemde aan de hele discussie van de afgelopen week is dat de vraag naar de beste oplossing voor de economische problemen van dit moment is vernauwd tot de vraag hoe we het begrotingstekort kunnen terugbrengen tot onder de 3%. Ook de pers is inmiddels geheel in de ban van dit 3%-fetisjisme. Met impliciet daarbij de veronderstelling dat dit nodig is voor economisch herstel. Maar waarom dat zo zou zijn, dat wordt nergens duidelijk. Dit is ook alleen zo in het economisch denken dat wij graag het kasboekdenken noemen. Voor de gebruikers hiervan is de economie heel overzichtelijk: je hebt inkomsten en uitgaven en als er minder geld binnenkomt, moet je gewoon ook minder uitgeven. Geliefde uitspraak: “ook de overheid kan elk dubbeltje maar één keer uitgeven!”. En daar zit hem meteen al het probleem: dit gaat wel op voor u en mij, een ook nog voor zelfs hele grote ondernemingen, maar juist niet voor overheid. Die krijgt van iedere euro die hij uitgeeft weer een behoorlijk deel terug. Ga je dan dus minder uitgeven, dan komt er ook meteen minder binnen.

Zeker in een periode van economische teruggang moet de overheid volgens ons dus heel erg uitkijken met bezuinigen en lastenverzwaring. De neerwaartse spiraal is sneller in gang gezet dan gestopt.

We leven in een land dat al 30 jaar een overschot op de handelsbalans heeft: wij verdienen meer aan het buitenland dan het buitenland aan ons. Dat er in dit land een begrotingstekort bestaat, is het gevolg van het door de overheid meer uitgeven dan ophalen van geld. Met andere woorden: de uitgaven zijn te hoog of de belastingen te laag. Rechts heeft al langer de strategie steeds maar weer lasten te verlagen, om dan het ontstaan van begrotingstekorten te gebruiken om de collectieve uitgaven te verminderen. Uiteindelijk is dit toch een oneigenlijk argument: overheidsuitgaven dienen getoetst te worden aan wat we met elkaar willen dat die overheid doet. Als daar wezenlijke taken af kunnen, dan kan daarna de belasting omlaag, niet andersom!

Kwartje van Schultz

De benzineprijzen stijgen de pan uit – voor de zomer komen we zo echt nog wel over de 2 euro per liter. Oorzaak van het alsmaar stijgen van de brandstofprijs? Stijgende olieprijs. De wereldwijde vraag naar olie stijgt langzaam maar zeker, terwijl het aanbod over zijn hoogtepunt heen is. Door deskundigen wordt het peak oil moment ergens tussen 2005 en 2010 gelegd. Dat is het moment dat er de maximale hoeveelheid olie uit de aardkorst opgepompt (“geproduceerd” in het jargon) werd. Al meer dan 30 jaar wordt er meer opgepompt dan nieuw ontdekt, de reserves beginnen langzaam maar heel zeker uitgeput te raken. De wereld bevind zich al een paar jaar rond een evenwicht tussen vraag en aanbod. Een beetje meer vraag erbij en de prijs racet omhoog, in 2007 zelfs naar $147 per vat. Door de crisis zakte de vraag naar olie en zakte de prijs naar rond de $45 per vat. Het verschil in vraag? Wereldwijd slechts rond de 5%. Een beetje vraag erbij en de prijs kan dus zomaar verdubbelen.

En wat doet Nederland op het moment dat de prijzen aan het oplopen zijn? Wij hebben een minister die geen idee heeft van haar verantwoordelijkheid in deze. De maximumsnelheid op meer dan de helft van onze autosnelwegen moet omhoog naar 130. Op grote stukken snelweg waar tot nu toe 100 gereden mocht, geldt nu 120. Daarbij wordt bespaard op openbaar vervoer, met meer autoritten als onvermijdelijk gevolg. Een meerverbruik van 5% levert dit zo op. Daarmee is een prijsverhoging van 25 cent op de benzine snel op de borden gezet. Ofwel het kwartje van Schultz. Kwam het beruchte kwartje van Kok nog aan onszelf ten goede (belasting moeten we uiteindelijk toch betalen in de één of andere vorm), het kwartje van Schultz gaat naar Saoedi Arabië en de andere golfstaten. Die kunnen daar dan weer Koranscholen mee financieren…

Leren van de jaren ’30?

Dat was een duidelijke reactie, van Mark Rutte. Niet eens zijn ontkenning dat de PVV hetzelfde doet als hoe in de jaren ’30 “bepaalde groepen” de schuld van alle kwaad kregen. Nee, hij meende er meteen nog een voor een historicus nogal vreemd schepje bovenop te moeten doen. Van de jaren ’30 valt voor ons niets te leren. Dat was zijn bewering.

Ahaa, nu wordt duidelijk waarom dit kabinet niet leert uit de ervaringen van de kabinetten Colijn uit de jaren ’30. Toen is proefondervindelijk vastgesteld dat het oplossen van begrotingsproblemen door hard te bezuinigen niet werkt. Het heeft Nederland destijds behoorlijk verarmt, veel Nederlanders zo ongeveer aan de bedelstaf gebracht, maar de begrotingstekorten niet verkleind. En dus werd er maar weer een bezuiningingsronde tegenaan gegooid. We noemen dat een neerwaartse spiraal. En dat is precies waar men in het Catshuis nu met vaste hand op aanstuurt.

Niet lerend uit de toch zo duidelijke lessen uit, jawel, de jaren ‘30.

Tussenformatie naar het groenste kabinet ooit

We mogen het kabinet Rutte ineens wel het groenste kabinet ooit noemen! Het is al wel 40 jaar terug dat de club van Rome met zijn spraakmakende rapport Grenzen aan de groei kwam. Hierin werd duidelijk gemaakt dat de mensheid op een doodlopende weg liep: steeds meer natuurlijke bronnen benutten die eindig zijn, dat loopt een keer spaak. En dat moment is in die 40 jaar natuurlijk steeds dichterbij gekomen. Steeds maar weer najagen van economische groei, die een steeds snellere uitputting van natuurlijke hulpbronnen betekent: we moeten daarmee stoppen.

Lang zag het er naar uit dat onze regeringen zich doof zouden houden voor deze materie en dat het korte termijn belang het steeds weer zou winnen van het lange termijnprobleem. Maar nu is daar het groen-rechtse kabinet Rutte, dat er zelfs een tussenformatie tegenaan gooit: hoe kunnen we de economische groei zo snel mogelijk de nek omdraaien. De almaar voortwoekerende groei met vaste hand omzetten in een doorgaande neerwaartse spiraal.

Het monster economische groei wordt nu krachtig bij de strot gegrepen en het knijpen begint – hopelijk wat doeltreffender dan wat Andreas Kinneging laatst bij Rutger Castricum deed. Als toeschouwers kunnen we het driemanschap in het Catshuis met hun secondanten slechts bewonderend toeroepen: laat het groeimonster niet ontkomen!

Job Cohen, of: hoe we een inhoudelijke politicus verloren aan de vormwaanzin

Het aftreden van Job Cohen werd op TV nog een keer begrijpelijk gemaakt door een berucht fragment te herhalen, waarbij de PvdA-lijsttrekker in een interview geen antwoord wist te geven op de kennelijk relevante vraag hoe groot de totale hypotheekschuld in Nederland is. Het leidde tot gehakkel en ander taalgebruik dat nogal afwijkt van hetgeen ons doorgaans door onze toppolitici voorgeschoteld wordt. Commentaar aan tafel bij het fragment: “en dan hebben we dit echt niet zo gemonteerd, zo praatte hij echt!”

Wat weer eens niet gehoord werd was het antwoord van Cohen, die meteen toegaf het exacte bedrag niet te kennen, maar in 2010 al wel wist dat het veel te hoog was. Vanuit onze kennis nu toch een opmerkelijke uitspraak. Zijn toenmalige concurrenten, de heren Balkenende en Rutte waren op dat moment vooral bezig het “morrelen aan de hypotheekrenteaftrek” te veroordelen. Zij wisten natuurlijk precies hoeveel de totale hypotheekschuld op dat moment was. Alleen wisten zij, anders dan Job Cohen, het belangrijkste niet: dat deze schuld echt veel te hoog is en dat daar zo snel mogelijk wat aan gedaan moet worden.

Maar ja, dat is natuurlijk alleen maar inhoud, dat hebben we nu in 2012 toch wel gehad…