Allereerst wil ik ervoor pleiten de woorden “gasproductie” en “gaswinning” niet meer te gebruiken waar het over aardgas gaat. Er is in Slochteren nog nooit een kuub gas geproduceerd en ook het zogenaamde “winnen” van gas heeft er tot nu toe alleen maar toe geleid dat er minder gas in de grond zit, niet meer. Het gaat in feite om het leeg laten lopen van een gasbel. En die is ook werkelijk een keer helemaal leeg.
Wanneer dat is? Dat weet niemand. De experts beloven daar veel over, de toekomst zal het leren. Als dat punt bereikt is – over een jaar of tien – zullen ook politici in Den Haag niet meer kunnen besluiten de “productie” van gas met 10% te verhogen. Dat kunnen ze natuurlijk wel besluiten, maar tot de verkoop van gas zal het dan niet meer leiden. Het is dan echt een geval van op=op.
Wat we wel vrijwel zeker weten is dat de gasprijs die we in Nederland betalen daarna zal gaan stijgen. We worden dan namelijk sterk afhankelijk van de levering van gas uit Rusland. Wat dat betekent, daar kunnen een aantal Oost-Europese landen al over meepraten. Heeft Rusland een tekort? Dat is geen probleem voor de Russen. Dat is dan alleen een probleem voor degene die niet in staat is de hogere prijs te betalen.
Ergens tussen 2020 en 2030 zal er dan wel een parlementaire enquête komen naar de vraag waarom Nederland zijn kostbare gas tegen een veel te lage prijs veel te snel verkocht heeft.
De vraag naar hoe het kan dat de NAM geen geld meer heeft om de schade van de grote Groninger aardbeving van 2021 te vergoeden, die juist ontstaan is door het veel te snel laten weglopen van de laatste resten van de gasbel, zal daar zeker voor politiek vuurwerk gaan zorgen. Het weerwoord dat de regering de opbrengsten uit het gas nodig had wordt dan weggehoond vanuit de wetenschap dat het voor de staat echt heel veel voordeliger was geweest dat geld gewoon te lenen op de kapitaalmarkt – met het aardgas onder de grond als onderpand.